Theologische vernieuwing is belangrijk om er op de hoogte van te zijn.
´Waar twee geloven rusten op één kussen, slaapt de duivel tussen,´ is ons geleerd en heeft tot enorme ravage en verdriet geleid, vele generaties lang. Jezus echter prijst het geloof van de heidense honderdman, die van buiten de grenzen van het gelovige Israël komt. Hij blijkt dus ook in te gaan tegen te gemakkelijke etikettering. Niet het lidmaatschap van een volk of van een kerk is heilsgarantie: ´Niet zij, die roepen Heer, Heer, zullen binnengaan in het Rijk der Hemelen.´Er is dus geen enkele evangelische reden om protestant en katholiek uit elkaar te houden; of Moslim en Christen. Geloof gaat over grenzen heen. Er is ook geen reden om te denken dat je goed zit louter door lid te zijn van een kerkgenootschap. En andersom: mensen die niet lid zijn van een kerkgenootschap leven soms beter.
Het meest belangrijke hierbij is dat een sekte nooit een claim op het bezit van de Absolute Waarheid kan doen gelden, en er dus nooit meer een legitieme rede is om een godsdienstoorlog te beginnen. De nieuwtestamentische Jezus van Nazareth wordt vanouds beschreven als de vervulling van het Oude Testament. Met deze uitdrukking wordt bedoeld dat hij als van uitzonderlijk groot belang wordt gezien in de geschiedenis. Toch bleek hij iets te doen wat de toenmalige joodse traditie godslasterlijk vond. Hij uitte kritiek op de neiging van het Joodse volk om zich als beter te beschouwen dan de natuurvolkeren. Hij uitte kritiek op kerkelijke leiders, die zich op hun posities lieten voorstaan. Stel je voor dat wij ook zo te keer zouden gaan tegen onze kerkelijke leiders. De letterlijke opvatting dat de paus in successie de opvolger der apostelen en van Petrus zou zijn, houdt geen stand als we bedenken dat de apostelen een heel ander kerkbegrip hadden dan dat van de machtige, rijke RK-kerk van Rome nu. Hun kerk is gewoon een handje vol elkaar inspirerende gelovigen, die elkaar geen waarheden proberen af te vangen.
Theologische vernieuwing zegt ook iets zeer belangrijks over hierna.Een laatste voorbeeld van Jezus weinig traditionele inslag. Aan de gewoonte van zijn tijd om zich te verliezen in apocalyptische schilderingen over het einde der tijden doet Jezus niet mee. Hij maakt zich niet druk over de toekomst, suggereert niet bij een God op tafel te kunnen kijken. Integendeel, hij roept op om je niet in toekomstspeculaties te verliezen, omdat de mens zelf door zijn eigen levenswijze zijn toekomst bepaalt en ook het uiteindelijk Oordeel over zichzelf afroept. Het is gewoon niet relevant om je met dit soort voorspellingen bezig te houden. Elke dag heeft genoeg aan zichzelf, blijf in het nu. En gebruik het geloof niet als geruststelling of als een plaatsbewijs dat recht geeft op een plekje in de hemel.
Ik lees achter mijn bureau in mijn kloostercel gezeten, mijn aantekeningen door en droom erover hoe levenslustig het geloof weer zou kunnen zijn voor die miljarden bange mensen in de kerken van Europa en de rest van de wereld, die door bedompte kerkelijke bangmakerij verschrompeld zijn tot een gierige menselijke massa die uit is op een plaatsbewijs voor het hiernamaals.
Dan gaat de bel voor het eten en schrik ik wakker uit mijn droom waar ik mijzelf verloor in een vlammend betoog op de preekstoel met werkelijk blij en levenslustig nieuws. Terug in het heden gekomen, spoed ik mij met mijn vele medebroeders naar de refter, de eetzaal.
Theologische vernieuwing en moraal.Wanneer Paulus over Zonde met een hoofdletter spreekt, bedoelt hij niet kleinzielige seksuele dingetjes, waar duizenden mensen zich eeuwenlang zorgen over gemaakt hebben. Nee, zondigen tegen ´Het lichaam van Christus´ betekent iets veel belangrijker. Wij behoren als broeders en zusters verantwoordelijkheid te nemen voor elkaar. Wij zijn dat lichaam en als wij samenkomen en de rijkeren het voedsel al hebben opgegeten, omdat de armeren hun werk eerst nog moeten afmaken en later komen, dan is dát pas Zonde met een hoofdletter, aldus Paulus.
Ik heb later als priester heel erg veel mensen gebukt zien gaan onder zwaar zondebesef met name in verband met de katholieke huwelijksmoraal. Het leven was voor hen tot een hel gemaakt. Nog zijn wij niet bevrijd van dit eng katholieke denken. De eindeloze discussies over euthanasie, abortus en embryoselectie gaan uit van een boven door God opgelegde moraliteit.
Maar zo bestaat moraliteit niet. Moreel besef is de wijsheid van een volk over bepaalde zaken in veranderende omstandigheden. Normen zijn wetten, rituelen, gewoonten; ze zijn dus tijdgebonden en relatief. Waarden zijn van een geheel andere categorie; ze zijn universeel, ze gelden voor alle tijden omdat ze humaniteit verdedigen.
De meest bekende zijn neergeschreven in de tien geboden. Het zijn waarden die boven alle anderen uitgaan, ze gelden voor ieder mensenkind, ook als hij niet bij een godsdienst is aangesloten. Indianen noemen het bijvoorbeeld waarden die als Eerste van Belang zijn. Daarom krijgen ze het predicaat goddelijk en wordt het verhaal in een plechtige vorm gegoten die dat uitbeeldt.
Deze inzichten ondersteunen ook de veranderingen die wij aankomende jonge priesters in de kerkdiensten zelf teweeg zullen gaan brengen. In dit onbegrijpelijk ritueel van hocuspocus, transsubstantiatie van brood en wijn in het Lichaam en Bloed van Christus in een vreemde taal. Een ritueel hoort een symbool te zijn, en een venster waardoor we naar diepere dingen kunnen kijken. Het mag nooit de geestdodende rol van een dogma aannemen, maar werkt alleen als het middel tot bevrijding is. Een symbool moet de kwintessens van een idee vertegenwoordigen en naar believen een bepaalde staat van bewustzijn kunnen oproepen in onszelf.
Het gaat daarbij niet om een magische god maar om een vermogen in onszelf te activeren. Het gaat om solidariteit en die is gegrond op een veel dieper mysterie: wij zijn broeders en zuster omdat wij dezelfde menselijke natuur hebben, die in wezen goed is. Er zijn mensen die dat ervaren hebben, toen ze diep in hun menselijke natuur zijn afgedaald. In de aanraking met hun ziel en ware zelf hebben zij die diepe liefde ervaren die alle vleesch verbindt.
Maar een normaal mens in de twintigste eeuw snapt het ritueel niet zomaar. De betekenis van dit symbolische ritueel is verknald door de prediking van een verouderd gods-en wereldbeeld en roept niets meer op of het verkeerde.
De boodschap van Jezus is een hele humane en heeft niets bovennatuurlijks. Het is als een inauguratierede zoals we die kennen van mensen als Obama, Kennedy of Martin Luther King. Het is de verkondiging van een nieuwe tijd die op uitbreken staat. Yes we can! Het is een oproep en een geloof in mogelijkheden. Faith is de vertaling van het Griekse pistis dat niet ´geloven in de zin van voor waar houden wat niet te bewijzen valt´ betekent maar vertrouwen, loyaliteit en betrokkenheid.
De kerk moeten wij ook zien als een gemeenschap van mensen die de moed nooit laten zakken in dit bestaan en elkaar blijven aansporen. Meer is het niet en ook niet minder, het blijde van de inaugurale boodschap is bovendien dat bevrijding en vredigheid niet zijn voorbehouden aan de rijken en machtigen der aarde maar juist mogelijk wordt voor de eenvoudigen van hart.
De menswording van Jezus duidt op een visie die nauwelijks te geloven is. Het is wellicht het meest vergaande revolutionaire inzicht. Het komt er op neer dat de mens zelf van bijzondere waarde is en als we het over god hebben dan hebben we het over onze eigen menselijke kern. Jezus is mens, en ´Wie mij heeft gezien heeft de Vader gezien.´
Wie wil de wonderbaarlijkheid van zo´n letterlijk voor de hand liggende boodschap die niet over elders maar over ons bestaan hier gaat, eigenlijk horen? Mensen geloven deze eenvoud niet en sieren daarom Jezus op met fantastische verhalen en wonderen. Hij moet immers wel van ver daarboven zijn en van goddelijke oorsprong. En zover weg geplaatst door hen die aan zoiets eenvoudigs als menszijn geen boodschap hebben, wordt door deze wegplaatsing ons eigen menszijn ontkracht.
Het dynamiet van Jezus boodschap verliest dan al haar kracht. En Paulus onderstreept het belang van dit gewone nog eens door allerlei mystieke en zogenaamd bovennatuurlijke ervaringen te relativeren: ´je kunt wel allerlei bijzonder spirituele ervaringen krijgen en de gaven der profetie, enz. enz., maar als je de liefde voor elkaar niet hebt, ben je niet meer dan een rinkelend cimbaal.’
De godsvraag moeten we niet stellen, dat doet de bijbel ook niet. Haar vraag is: Wie is de God. Kroontekst is 1Koningen 18,21: ´Elia keerde zich tot heel het volk, hij zei: “hoe lang willen jullie op twee takken huppelen. Is de Naam (HWH) de God, volgt hem na. Is het de Baal, volgt hem na…”
Duidelijk wordt dat onder ´God´verstaan wordt, dat wat je navolgt, waar je achterheen zit. Het convergentiepunt van al onze aanhankelijkheden, wat voor jou en de hele mensheid datgene is waar het eigenlijk en uiteindelijk op aan komt. Zo komt het voor een liberale economie uiteindelijk op de soevereiniteit van de markt aan. De markt is daar de god.
In mijn verdere zoektocht wordt duidelijk wat voor mij de god is. Over zijn bestaan hoef ik me eigenlijk niet meer druk te maken, ik volg gewoon wat voor mij echt was, ik ga preken over wat volgens mij als eerste van belang is. Tempels, grote kerken, plechtige rituelen, die hoeven we niet te hebben en die hadden de eerste Christenen ook niet, zij hadden niet zo´n herkenbaar geloof als alle anderen, athenoi (atheïst) werden ze genoemd. De Naam (JHWH) wordt niet uitgesproken. Met subjectieven als ´de Rots, de Gezegende, de Adelaar, Herder´ is het slechts behelpen, hulpconstructies zijn dat maar het eigenlijke is onbenoembaar en voorbij aan wat wij doen.
Deze zes punten zijn voor mij de kern van mijn theologische inzichten. Het probleem van geloof in een persoonlijke god is hier nog niet uitgewerkt. Ik kon in de zestiger jaren met de vraag of er een persoonlijke god bestaat, nog niet verder komen. Zen heeft mij later geleerd hoe met een dergelijke vraag om te gaan. Christelijke Mystici zeggen dat het vinden van God loopt via zelfkennis. Maar hoe kom ik tot zelfkennis en wie ben ik eigenlijk? Waar is de toegang tot zelfkennis. Op dat moment beschik ik nog niet over de middelen en wegen daartoe. Ik dit boekje laat ik in betreffende hoofdstukken zien hoe ik nu omga met die vraag naar een persoonlijke god.
Terug naar algemene pagina over godsdienst en spiritualiteit