Liefde en seks worden in ons denken en praten nog steeds verward. In het openbare spreken zoals met name in de media is de verwarring immens. Bij cliënten zag ik de gevolgen. In muziek en liedjes wordt wel over de diepe beleving van liefde gezongen. Maar die wereld is nog niet verbonden met die andere wereld van onze feitelijke dagelijkse gedragingen en theoretische opvattingen. 

De grootste misvatting is dat we onze meest intieme behoeften en liefdesuitingen en de creativiteit daarin verwarren met seksualiteit. Ze worden dan onvolledig tot uiting gebracht en ontvangen omdat we die intieme behoeften menen te moeten verpakken in een simulatie van de (seksuele) voortplantingsakt Niet alleen omdat ons is aangepraat dat het zo hoort, maar ook omdat we te verlegen zijn om rechtstreekse vormen van onze diepere verlangens te gebruiken of te weinig weten van onze diepere emoties.

 Ik leg dat nu nader uit.

Het is nogal wat om te zeggen dat seks voor de voortplanting is in een tijd die er terecht trots op is ons  seksueel handelen te hebben bevrijd van de benauwende voorschriften van de kerk. Die verworven vrijheid van de zestiger jaren van de vorige eeuw heeft zich voortgezet in het gebruik van anti-conceptie en de verdere voorlichting aan vrouwen over hoe ze niet alleen ‘nee’ kunnen zeggen als ze geen seks willen met een ander, maar vrouwen hebben ook geleerd hun meer

verborgen seksuele organen te verkennen en hun ‘plekje’ en hoe zij kunnen genieten. In de renaissance was er al een eerste beweging om ons van de zwarte verdachtmakingen van seks door  de kerk los te maken. Lees het boek van Herman Pleij daarover. Ik zag onlangs hoe hij op de TV uitgenodigd werd op tafel te gaan staan en de jubelteksten van topkunstenaars rond 1500 voor te lezen: ‘elkaar verrommelen en doorwroeten’ , ‘ je hoed afzetten als je binnen gaat  om tot de bodem te gaan, ja ja!!’.  ‘ Hoe oude mensen in fonteinen weer jong worden’, enz. enz.  Ik dacht ook aan wat de religieuze teksten schrijvende Huub Oosterhuis mij eens bekende over de tekst: ‘laten wij er binnen gaan om recht voor God te staan’.

De grootste ontdekking die Pleij volgens hemzelf deed, was hoe in kunst en literatuur zich pas echt de ervaringen van het gewone volk zichtbaar werden. Dan vraag ik hem ook te luisteren naar mij, die als seksuoloog honderden gesprekken gevoerd heeft met mensen die in de knoei geraakt waren van de opvattingen over seksualiteit die nu nog steeds in de sociale media verkondigd worden, zonder ook maar één tegengeluid.

Blijft staan dat behoefte aan seksueel genieten en behoefte aan emotionele uitwisseling met een ander dramatisch door elkaar gehaald worden, nog steeds, ook al is dat geluid niet direct welkom. 

Velen zullen nu boos niet meer verder lezen, toch vraag ik dit wel te doen. Nog steeds is de opvatting van Freud van bijna een eeuw geleden, dat alle neurosen voortkomen door frustraties in de seksualiteit in de praktijk en in ons denken niet volledig opzij gezet. Iemand als de psychiater Terruwe liet als eerste in Nederland in de vijftiger jaren van de twintigste eeuw zien dat de oorsprong van onze frustraties niet in seksualiteit geleden zijn maar in de verstoring van onze emotionele behoeften . In wezen hebben die emotionele behoeften niets met seks te maken en worden daarmee verward. Dus niet zogenaamde seksuele energie, maar emotionele behoeften aan 

uitwisseling, affectie, geborgenheid,  streling, is wat ons mensen als eerste drijft. We doen onszelf schromelijk te kort wanneer we die levenslustige behoeften in een seksuele vorm menen te moeten

verpakken.

Dit bracht in de zestiger jaren van de vorige eeuw de hoogleraar seksuologie Walter Everaerd er al toe om over de meeste intieme handelingen tussen mensen te spreken als ‘ simulatie van de voortplantings-akt’. We komen door die simulatie vaak te kort in waar we in diepere zin echt behoefte aan hebben. We maken affectieve relaties naar een ander verdacht en te beladen. We

bezorgen elkaar in vaste relaties vaak ellende en frustratie en dat zag ik ook in mijn seksuologie-praktijk bij de Rutgerstichting.  

Bovendien zag ik veel oneigenlijke motivaties. In een beroemd onderzoek vond Fischer er wel 80: Bijvoorbeeld omdat het zo schijnt te horen, omdat de buurman waarschijnlijk het gemiddelde haalt van wat de Libelle ons eens als gemiddelde aangaf of een ander tijdschrift. Omdat mijn vrouw anders denkt dat ik niet meer van haar houd.

Op het toppunt van seksuele handelingen, is een orgasme pas mogelijk als we ons op onszelf terugtrekken en dus helemaal in een soort ‘solofase’  zitten (uitdrukking van Everaerd), terwijl in de  fase voor of na het orgasme er veel meer interactie tussen partners is.. Seks is niet een geschikte methode als we met iemand die we heel aardig vinden dat willen laten merken en in onze eigen creatieve vormen willen uitdrukken. Natuurlijk kan lekker seksen een fantastisch gevoel van geborgenheid, overgave en ‘alles even vergeten’  opleveren, maar het kan ook voorbijschieten aan de affectie die we zelf zo graag willen krijgen of willen geven als we iemand aardig vinden. Menen we

die affectie in een seksuele vorm te moeten uitdrukken en volgen we dat pad, dan neemt ons ‘instinct’ het over en verliezen we de macht over onszelf.

Onze verwarring tussen onze affectie lichamelijk tot uitdrukking brengen en seks is nog steeds algemeen en we zijn ons van die verwarring niet bewust. 

Minister Grapperhaus benadert seks  als thee waar hij seksuele grensoverschrijdingen bij wet terecht wil gaan vastleggen. Hij gebruikt de vergelijking met thee. Thee drinken is normaal en kun je weigeren of accepteren. Seks wordt door hem geacht ook een normale behoefte te zijn, maar dat is het niet, zeker niet voor iedereen. Je kunt vinden dat je moet seksen omdat je jezelf anders niet als normaal ziet of je partner dat zo ziet. Dat is het subtiele verschil met thee. Thee heeft iets normaals, het is een beetje abnormaal als je niet van thee houdt. Seks in de zin van seksuele gemeenschap wordt ook als normaal gezien; als je dat niet wil ben  je toch een beetje abnormaal aldus de vergelijking die de Minister maakt. 

Om diezelfde reden en gedachtengang heb ik nog nooit een man op de TV gezien die zegt dat hij niet meer neukt of daar geen zin in heeft. In onze sociale media wordt echt praten over intimiteit vermeden en blijft ieder in goedkope grappen hangen of komt een juffrouw vertellen hoe moedig zij is om ‘open’ over alles te praten. Deze ‘openheid’ beperkt zich dan altijd tot fysiek en moedig

kennen van haar eigen geslachtsorganen. In het openbare leven vult bijna iedereen in wat anderen zeggen en kan zo niet eens stil staan bij het begin van eigen bevinden  en persoonlijk ervaren. Over innerlijkheid en werkelijke diepe intimiteit en genegenheid in streling zoals miljoenen mensen in deze wereld beleven of zouden kunnen beleven: nooit een woord. Wat gebeurt er als de werkelijkheid haar sluiers licht, wij haar niet langer invullen met wat anderen zeggen maar ons laten ontroeren door schoonheid en zouden luisteren naar onze eigen creatieve fijnzinnigheid en behoefte om zorgeloos te spelen?

Slauerhoff zegt het zo in zijn gedicht  Woorden in de nacht:

Voel je hoe ik naar je toekom?

Je bent naakt in de nacht.

Wacht ik doe eerst een doek om,

Nog niet, nog niet.

Liefkoos mij, zacht

Zeg dat je mij mooi vindt

En alleen door te streelen 

In h’t donker mij ziet.

Zullen wij spelen,

Dat wie ‘t eerste lacht

Moet ondergaan

Wat de ander bedacht?

O, laat het doorgaan,

Totdat wij doodgaan.

Alles wat hierna komt

Is niets dan Dood, vermomd

In schijn van Leven.

Neem mij weer, wacht nog even.

Eens gingen mijn eigen ogen als man open toen er een man zich bij mij meldde op de Rutgers Stichting (bureau voor seksualiteit en relaties). Hij had alles gedaan waar een man van droomt. Met het roer in eigen hand, was hij op zijn eigen zeiljacht langs de kusten van Zuid-Amerika gezworven. Hij was op eilanden geland waar de mooiste schonen hem liefelijk in hun armen namen en ontvingen. Hij meldde zich als cliënt omdat hij zich nog steeds ongelukkig voelde. Wat was er aan de hand?

Een goede kennis van mij was zijn leven lang met vrouwen bezig geweest. Had enkele relaties gehad. Bij zijn sterven werd hij verzorgd in een hospitium. Een man van tachtig verzorgde hem, waste hem helemaal. Hij zei toen: ‘ik ben nog nooit in mijn leven zo gelukkig geweest’. Wat was er aan de hand? In het boek De man, zijn lichaam, zijn ziel heb ik beschreven wat er aan de hand is.

Mijn vader belde mij. Hij was op leeftijd. Hij vroeg mij op binnenkort eens langs te komen. Hij woonde in Arnhem, ik in Groningen. Ik ging met de trein en dacht onderweg: het zal wel gaan over het testament waarover hij met mij als oudste zoon wil praten. Mijn moeder was al overleden en hij leefde alleen. Hij had zijn geld altijd goed geregeld. We  gingen zitten bij het raam van zijn flat waar we uitzicht hadden over de Rijn en we keken uit over de Betuwe. Hij schonk een borrel en stak van wal. ‘Ik durf het jou wel te zeggen: ik heb een nieuwe vriendin”. “Gefeliciteerd”, zei ik enthousiast. “Maar ik ben bang”, vervolgde hij “dat als ze mij binnenkort uitnodigt om te blijven slapen, dat het niet meer lukt”. Ik zei: je bedoelt dat je hem dan niet meer omhoog krijgt”. “Ja” zei hij. Ik was trots dat mijn vader mij in vertrouwen nam; tegelijkertijd voelde ik hoe ik vroeger die voorlichting van hem had gemist. “Jullie wandelden vroeger veel langs het strand, moeder en jij”, begon ik, “gingen jullie dan op en neer door de duinen, of langs het vlakke strand?”. “Het laatste, gezien onze leeftijd”. zei hij. “Was dat fijn?”. “Prima”, zei hij. “Nou dan” zei ik.  Enige tijd later bleek dat hij toch deze nieuwe relatie verbroken had. ” Er was maar een vrouw in mijn leven, waarvan ik hield, je moeder”.

Twee toprechters werden onlangs uit hun ambt gezet omdat zij een affectieve relatie met elkaar waren aangegaan. Zielsverwanten waren zij die helemaal bij zichzelf konden zijn in hun ontmoeting en dit wederzijds elkaar konden geven. Mooier kan niet in menselijke ontmoetingen. Waar het natuurlijk om gaat of zij hun eigen innerlijke onafhankelijkheid konden bewaren als rechter.  Voor hen die deze twee rechters uit hun ambt hebben gezet, is die onafhankelijkheid in een affectieve relatie niet voorstelbaar omdat het nog steeds zo lijkt te zijn mensen op den duur in blinde seksuele passie hun kop verliezen en grenzen overschrijden. Leer hen die hen ontsloegen de wereld kennen! 

Toch zou het voor mij pas echt een bevrijding voor ons mensen zijn, wanneer wij in staat zouden zijn affectief van elkaar te kunnen genieten en niet verder te grijpen en ons ‘instinct’ automatisch te volgen. Onze evolutie heeft het punt bereikt waarop het mogelijk zou moeten zijn, niet ons (voortplantings) instinct te volgen, maar langzamerhand ons ge-evolueerd bewustzijn en haar diepten. 

Ik ken mensen die zover zijn en gelukkig. In principe kunnen we rustig zijn, genieten van wat de werkelijkheid ons in volle teugen schenken wil en voor ons voeten klaar ligt en onze handen alleen maar hoeven te aanvaarden? Het is er al.

Maar dan moeten we leren om niet steeds naar ‘meer’ te grijpen en ons te laten meevoeren in fysieke gevoelens die ons dan overweldigen. We moeten beheersing leren (vroeger een deugd genoemd).

Dit is een van de minst bekende basisbehoeften die ouders hun kind hadden moeten leren en die begrenzing of limitatie heet. Een hand op je hoofd als je uit je dak dreigt te gaan als kind, een vermaning. Een ouderlijke geruststelling en afperking als je flipt op te grote verwachtingen die je als kind  meent te moeten gaan waarmaken en onder het gewicht waarvan je dreigt te bezwijken.

Dit teveel grijpen naar meer, moet je als kind afleren en anders alsnog nu. Iedere streling en affectie niet laten bij wat deze is, maar verder gaan tot je ‘instinct’ het overneemt en er geen houden meer aan is, lijkt fijn maar is het absoluut niet en doet de fijnzinnigheid van de eerdere streling in het niets verzinken. Jammer.

Al in oude tijden was het heel gewoon dat mensen elkaar streelden ook mensen van het zelfde geslacht, ook mannen onderling. Kijk nu maar eens naar een Turkse kapperszaak, of lees iets uit de oude de Islamitische wereld en vooral in de Perzische literatuur. Daar zijn pareltjes te vinden van menselijke dichtbijheid in de kunst . 

Om dit overzicht volledig te maken en ook recht te doen aan mensen die geen seksuele gemeenschap kunnen hebben wanneer zij dat willen nog het volgende. Het onvermogen tot seksueel handelen wordt door veel mensen als een ramp beleefd die hun hele leven kleurt. Er bestaan seksuele dysfuncties zoals impotentie, te snel klaarkomen, vaginisme en geen orgasme kunnen krijgen.

De meeste van die dysfuncties kunnen mensen zelf oplossen en een medische operatie is daarbij niet nodig en soms zelfs schadelijk. De therapieën die ik bij de Rutgersstichting heb leren ontwikkelen en die bij de opheffing van haar psychosociale verloren dreigden te gaan, zijn door mij samengevat in het computerprogramma sexpertise.  Ik dacht met dat programma miljonair te kunnen worden, maar dat is niet gebeurd, zoals ik elders in dit manuscript al vertelde. (zie @@ over instagram)

Hoe wij teveel in hokjes blijven denken en in vaste man/vrouw patronen maakt ook Bert Gevaert duidelijk: “Om de aandacht van mijn leerlingen te trekken”, zegt Bert Gevaert (in een nieuw boek samen met uroloog Johan Mattelaer “verwijs ik soms naar de Netflix-reeks Sex Education. Je ziet dat jongens daar ontkennen dat ze homoseksueel zijn of dat het personage Ola twijfelt of ze nu op jongens valt of op meisjes. Maar in de Romeinse tijd deed dat er dus niet toe. Ik denk dat wij mensen vandaag op dat vlak nog te veel in hokjes proberen steken.” 

Een laatste actuele voorbeeld van de verwarring tussen seks en affectie vind ik in het proces tegen Harvey Weinstein. Hij wordt beschuldigd van vele verkrachtingen. Een vrouwelijke advocate heeft zijn verdediging op zich genomen. Zij gebruikt de kennis van haar vrouwelijke psyche om hem te verdedigen. Volgens haar is Weinstein in verwarring gebracht doordat vrouwen die hij verkrachtte niet onmiddellijk wegrenden maar bij hem bleven staan. Door dit gedrag overigens voelen vrouwen zichzelf achteraf schuldig en wordt hun aangifte vaak niet serieus genomen. De advocate maakt gebruik van de algemene verwarring die in onze maatschappij geen onderscheid maakt tussen affectie en seks. Het puriteinse Amerika en het ‘bevrijdde’ Westen bevestigen de verwarring aan elkaar. In de sociale media in het Westen wordt die verwarring niet bestreden, maar alleen maar bevestigd. We zien alleen vrouwen die stoer en moedig laten zien hoe ze hun eigen seksuele vrijheid verovert hebben door hun geslachtsorganen en eigen behoeftes te hebben leren onderzoeken (terecht). Mannen blijven hun seksuele prestaties benadrukken; ze praten gelukkig steeds meer over hun affectie voor hun kinderen, maar nog niet over affectie naar hun partners en  creatieve uitingen daarvan. (Behoeven ze ook niet, maar spreek dan ook niet over je seksuele privé-prestaties ). In mijn lange praktijk als seksuoloog en psychotherapeut heb ik de grote ellende gezien die door de verwarring van affectie en seksualiteit ontstaat en veel mensen ongelukkig maakt. Ik heb ook geleerd als Pesso-psychotherapeut hoe dit verwarrend dwalen bij verkrachtingen en incest zowel bij mannen en vrouwen helder gemaakt kan worden en opgelost. Welke journalist durft dit verwarrend probleem eens te onderzoeken?

 

Print Friendly, PDF & Email