Contemplatieve psychotherapie
DE VEBORGEN BLOEI. Han de Wit. Ten Have, Over de psychologische achtergronden van spiritualiteit. Een samenvatting.
Over contemplatieve psychologie en psychotherapie. Hierin ligt zijn kritiek op de Westerse psychotherapie vervat, die mist het onderstaande.
Mijn aantekeningen
Fundamentele menselijkheid is ons streven (‘het op ons best zijn’. Het volledig toegerust zijn). Haar eigenschappen:
levensmoed
mededogen
levensvreugde (vs bevrediging, is afhankelijk van omstandigheden)
helderheid van geest
De geschiedenis van de spirituele traditie bevordert onze menselijkheid :zachtmoedigheid, intelligent, spirituele
geluksopvatting itt materiele geluksopvatting van de Westerse psychologie.
Contemplatieve psychologie heeft eigen begrippenkader. (itt. Westerse psychologie die geen eenheid van begrippenkader heeft, het is een lappendeken)
Menselijke geest is plastisch, maar wordt soms verkeerd gebruikt. We krijgen dan mentale gewoontes, samskara’s, wetmatigheden. En die helpt de contemp.psychologie ons af te leren. Het onderzoekt in de 1e persoon, over mij
Onderscheid met conventionele Westerse psychologie.
Deze doet onderzoek in 3e persoon
(3e persoon streeft naar informatie (informative science. Onszelf door de ogen van een ander. Wij als object. Mensvisie: We zijn niet te bevrijden, materialistisch mensbeeld.
Het is egopsychologie in een soort v anzelfsprekendheid: we zijn nu eenmaal zo.
Het gaat om te onderscheiden verschijnselen, buiten onze ervaring, achter de coulissen.
Kennis: Doel van kennis is hier beheersen.
(bij contemp.ps. Is het meer veranderen in wijs i emand. Kennis is daar geen doel maar middel
Kennen met het hoofd, verbonden met de mogelijkheden van taal. Kennis over. Knowledge by description (Russell). Het is conceptuele kennis
itt perceptuele kennis in de contemplatieve psychologie: bekend zijn met. Niet met concepten, maar met helderheid van ervaring. James: zoals gezichten niet te beschrijven zijn. Het is als de smaak van zoet voor een doofstomme. Het is kennen met het hart.
De 1e kennis (van de westerse psychologie) kan de 2e (contemplatieve) in de weg staan: ‘als ik me ervaar als een vervolgde, moet er een vervolger zijn ( Fortmann). Het gaat het om de wijzende vinger of de maan. ”Hier zijn we: kijken we nu op een landkaart of echt uit het raam?
1e persoon: eigen belevingswereld object van onderzoek;( bijv. Hermans zkm) Streeft naar transformatie. Hoe mensen zich in totaal van hun werkelijkheidsbeleving ervaren.
Opdracht egoloze psychologie, onderzoekt het opkomen en verdwijnen van ego in onze zelfbeleving. Spreken, handelen vanuit ego
Termen van contemplatieve psychologie:
geest te onderscheiden van denken, ervaren, bewustzijn (ervaarbaar mentaal domein)
gedachtestroom(of denken) naast stroom van zintuigelijke ervaringen. Samen : onze werkelijkheidsbeleving.
Onze gedachten zijn te ervaren, maar ons geestesoog kan dichtvallen.
Aspecten van bewustzijn zijn dan ook:
1. statische aandacht concentratie, eenpuntigheid (vs verstrooid, chaotisch). Stabiliteit, precisie, geestelijke rust
2. dynamisch: onderscheidingsvermogen, nieuwsgierig, betrokken vrij van fixatie (op lopend commentaar), als een zwevende adelaar. Energieke wakkerheid.
Is elke werkelijkheidsbeleving een geïnterpreteerde? Hier niet stoppen. Mensen bezitten ook het onderscheidingsvermogen en kan dit ontwikkelen om werking tov relativiteit te ontdekken en te elimineren. Geen absoluut maar feitelijk gegeven v.d. verblinde mens.
Westelijke beleving komt door 6 bronnen tot stand: (5 + psyche).
Mengen zich met onze mentale ervaring = wat we denken, willen, vrezen, verbeelden (Je hoort een auto en ziet hem voorbijrijden. Die gedachtenstroom kunnen we in vacuo leren zien. De gedachtenstroom is een innerlijke reporter, maakt deel uit van onze ervaring en kleurt deze.Hoeveel werkelijkheid kunnen we verdragen?
Metafoor van ons leven als weg is misleidend:.
Geen begin en eindpunt, geen snelle weg , lange reis stap voor stap. Steeds beter zien we onze blindheid. Doel (volmaaktheid) gaat als spiritueel materialisme werken. Het gaat om wat recht voor je ligt. ‘Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad (ps.119)
Ego niet grammaticaal, maar mentaliteit (het is daarom ego en niet het ego)
(‘leeg’= vanuit ego geen houvast biedend), eigen koninkrijk scheppend, vergrotend, is iets anders dan zelfontplooiing, spontaneïteit en vrijheid. Lopend commentaar, gedachtensroom die ‘vastigheid’ biedt.
BIJ DANSEN, PIANOSPEL IS HET EVEN AFWEZIG. Dat is opgaand in, er helemaal zijn
Dan is er nog geen scheiding tussen handeling en handelaar en behandelde= drievoudige zuiverheid. We lopen dan niet in de weg, zouden ons maar druk maken.
Dan is er ineens ANGST om de controle te verliezen= geboorte van ego.We schrikken en worden te actief. Zijn uit het paradijs en zien onze naaktheid.
onrust in ons hart en beleving van ons mentale domein (levend weefsel dat ook kan verkalken, de manier waarop we beleven verandert steeds.
Ingekapseld, ‘veilig’ in cocon als rups ingesponnen, die solipsistische wereld scheppen we zelf en verdwijnt met ons
Stappen in de egovorming:
1.Controle hadden we niet, krijgen we niet. Te actief geworden. Fortmann: de open ruimte wordt nu ervaren als een ondoorzichtige, aan het ik uitwendige omgeving. Ik en daar, de ruimte dualistisch klieven
2.De pogingen houvast te vinden, worden zelf ons houvast ego is een ding geworden, ons vastgrijpend in de stroom
3.er ‘zijn’ is niet meer genoeg Zelfbeeld scheppend , ‘getrouw’ beeld in een verhaaltje
4. Kale ik willen we body geven, ego-identificatie steeds weer anders. Identificeren ons nu met die constructie. We zijn nu wie we d e n k e n dat we zijn. En vanuit die positie gaan we met de wereld om. Wie hieraan komt, komt aan ons, prikkelbaar.
5.Metafoor: we grijpen ons in de oceaan vast aan een stuk drijfhout uit angst niet te kunnen zwemmen. We denken dat dit houvast is, grijpen ons vast aan onze eigen ledematen= kunnen niet meer zwemmen. “Ik werd door mijn emoties overweldigd. Ze zijn buitenwereld, object geworden, springend van de ene schots naar de andere (‘ik’). We stijgen niet meer boven onszelf uit, het is nu een voorwaardelijke fundamentele menselijkheid geworden. ‘n Fort, dat een gevangenis is. Bouwwerk om ons hart waar niemand in mag.
Desiderium naturale: we blijven verlangen naar die open ruimte.
.
Andere wijzen van ego-opbouw (naast de hierboven beschreven mentale bewegingen)
Verschijnselen worden begrippen. En dan stellen we ons de vraag wat daarmee (vanuit ego ) te doen: zal ik die situatie naar me toe halen? Afduwen?negeren?onverschillig blijven?
10. Het zijn emoties over emoties (objecten zijn het geworden: ‘ik genoot van mijn woede’)
N.B. Sleutelen aan je ‘ik’, je daarmee bezig houden is dus levensgevaarlijk! Pas wanneer je weet hoe je het los moet laten, is het O.K. Zie ook hieronder bij spiritueel materialisme.
“spiritueel materialisme”:
=egogerichte motivatie. Maakt labiel tussen fundamentalisme (grijpen houvast) en nihilisme in(teleurgesteld de disciplines weggooien).= de toorn van de goden, de genadevolle momenten niet herkend. Dan onstaat op den duur:
Ontreddering (akedia, de voorlaatste fase)
= we zijn zonder uitweg omdat we niet e r g e n s over ontredderd zijn.
= totale openheid zonder houvast, maar niet als zodanig herkend.
= restant van ego (dé weg is de verborgen hindernis ipv het voortgaan, het nu)
Lijkt donker, maar is verblindend licht.
‘wolk van dharma’: hij í s het pad (dharmamegha)
de magister interior, de innerlijke goeroe.
Verborgen stabiliteit.
Rein van hart,
gedachtestromen los gelaten.
DIT IS EEN KRITIEK OP WESTERSE PSYCHOLOGIE
terug naar mijn algemene subsite over spirituele dimensies van psychotherapie